Vanaf het eind van de 19e eeuw tot de dertiger jaren van de 20e eeuw hadden de dorpen Laren en Blaricum een grote aantrekkingskracht op lieden van diverse pluimage. Bekend geworden als ‘het land van Mauve’ en van de Larense School trok het gebied jarenlang kunstenaars aan. Wat begon als omgeving van heidelandschappen en boereninterieurs bleek ook een goede inspiratiebron voor nieuwe en zelfs avant- gardistische stromingen.

Vele Nederlandse en buitenlandse kunstenaars hebben er in die jaren gewerkt.  En niet alleen beeldende kunst vond er zijn oorsprong. De dorpen trokken ook dichters, schrijvers en wetenschappers aan en anderen uit literaire en intellectuele kringen. Diverse lieden kwamen af op de beleving van principes en levensfilosofieën en zo trof men er een bonte mengeling van christenanarchisten, theosofen, vrijdenkers, wereldhervormers, naaktlopers, oorlogsvluchtelingen en velen die de oprukkende verstedelijking achter zich wilden laten en daar ‘terug naar de natuur’ beleefden.  

 

In navolging van Walden, de kolonie van Frederik van Eeden in Bussum, stichtte Professor Jacob van Rees in 1899 een kolonie langs de weg die Laren en Blaricum verbindt. Daar, gecentreerd rond een ruim koloniehuis en diverse houten hutten, probeerden de bewoners in deze Kolonie van Internationale Broederschap een ideale maatschappij te creëren. De kolonie kende slechts een korte bloeitijd.  

 

Maar hiermee had wel alle ‘import’ in de van oorsprong boerendorpen het werken en wonen in hutten ontdekt en werden er tientallen gebouwd. Ru Mauve, zoon van schilder Anton Mauve, en architect Theo Rueter werden bekende ‘huttenbouwers’. De mooiste hutten waren eigenlijk kleine landhuisjes met prachtige daken van golvend riet, maar de meeste waren eenvoudige houten hutten van donker geteerd hout. Deze hutten werden gebruikt als woonplek maar ook heel vaak als atelier en juist in die functie ontstond er een levendige handel in deze hutten.

Eenvoudig gebouwd zonder diepe fundering werden de hutten regelmatig opgetild en op een boerenkar verplaatst naar een nieuwe plek, indien op de bestaande plek andere plannen voor bij voorbeeld dorpsuitbreiding ontwikkeld werden. De planken nummeren, uit elkaar halen en weer opbouwen was ook een vaak gebruikte methode. Tot ver in de 20e eeuw waren in Laren en Blaricum nog veel van deze oorspronkelijke, eenvoudige hutten te vinden.  

 

Nu Laren en Blaricum inmiddels tot de duurste woonplaatsen van Nederland behoren is er heel weinig over van dit cultureel en architectuurhistorisch erfgoed.